Dit recept zorgt voor een knapperig peperkoekhuisje. De koek van het huisje is redelijk hard, waardoor het huisje mooi stevig is.
Huisje
- Smelt de boter op laag vuur samen met de suiker en de stroop.
- Meng de bloem, de gember, de kruidnagel, de kaneel, de vanille en het zout. Doe dan het botermengsel erdoorheen. Kneed tot je een bal van stug deeg hebt.
- Wikkel de deegbal in plastic folie, en laat minimaal een uur rusten in de koelkast. Dit is belangrijk, want zo blijven de koekdelen beter van vorm!
- Haal het deeg uit de koelkast, en rol uit tot een plak van ongeveer 5 mm dik. Het deeg kan vrij plakkerig zijn. Dit los je op door het tussen twee vellen bakpapier uit te rollen.
- Snijd of steek hier de vormen van het huisje uit. Ik gebruikte de uitsteekset van Städter.
- Heb je deeg over? Gebruik dit dan om kerstboompjes van te maken of steek ze uit met andere koekvormpjes.
- Bak de losse vormen 12 minuten op 200°C (gasoven) of 180ºC (heteluchtoven). Bak telkens één tray tegelijk, zodat alle koek even goed doorbakken is. Laat de vormen die je niet bakt koelen in de koelkast, tot je ze in de oven doet.
- Laat de losse vormen afkoelen en snijd eventueel de randjes een beetje bij met een kartelmes.
In elkaar zetten
- Meng de eiwitten met de gezeefde poedersuiker tot je een dik glazuur krijgt.
- Smeer de glazuur op de randen van de losse vormen en plak ze aan elkaar. Gebruik eventueel wat glazen om de constructie te ondersteunen.
- Laat dit minimaal een paar uur drogen. Of nog beter: een hele nacht.
- Plak met het glazuur de snoepjes op het huisje. Versier met de overgebleven glazuur.
Je kunt eventueel de eiwitten weglaten in het glazuur. Vervang dit dan door een beetje water. Dit is wel iets minder stevig.
Geef een reactie